Waarom komt u niet?
►
الطقس جداً سيء. Het weer is zo slecht.
►
لن آتي لأن الطقس جداً سيء. Ik kom niet, omdat het weer zo slecht is.
►
لماذا هوا لا يأتي؟ Waarom komt hij niet?
►
هو غير مدعو. Hij is niet uitgenodigd.
►
لن يأتي لأنه غير مدعو. Hij komt niet, omdat hij niet is uitgenodigd.
►
وأنت، لما لا تأتي ؟ Waarom kom je niet?
►
لا وقت لدي. Ik heb geen tijd.
►
لن آتي إذ لا وقت لدي. Ik kom niet, omdat ik geen tijd heb.
►
لما لا تبقى؟ Waarom blijf je niet?
►
علي متابعة العمل. Ik moet nog werken.
►
لن أبقى إذ علي متابعة العمل. Ik blijf niet, omdat ik nog moet werken.
►
لما تذهب الآن؟ Waarom gaat u al weg?
►
أنا تعبان. Ik ben moe.
►
أذهب لأني تعبان. Ik ga weg, omdat ik moe ben.
►
لما أنت ذاهب الآن؟ Waarom vertrekt u al?
►
الوقت متأخر. Het is al laat.
►
سأذهب لأن الوقت أصبح متأخراً. Ik vertrek, omdat het al laat is.
►