جمل قصيرة هولندية مترجمة الي العربية
استيقظ انت في الساعة السابعة
؟Word je wakker om zeven uur
[Ja, ik word wakker om zeven uur.]
نعم ، استيقظ في الساعة السابعة
En hij?
وهو
[Ja, hij wordt wakker om zeven uur.]
نعم ،هوا يستيقظ في الساعة السابعة.
Ben je al wakker?
هل أنت مستيقظ بالفعل؟
[Ja, ik ben al wakker.]
[نعم ، أنا مستيقظ بالفعل.]
Is het bed warm?
هل السرير دافئ؟
[Ja, het bed is warm.]
[نعم ، السرير دافئ.]
Is het warm?
هل هو ساخن؟
[Ja, het is warm.]
[نعم ، الجو حار.]
Is het bed zacht?
هل السرير ناعم؟
[Ja, het bed is zacht.]
[نعم ، السرير ناعم.]
Is het zacht?
هل هو ناعم؟
[Ja, het is zacht.]
[نعم ، إنها ناعمة .]
Hoor je de vogels?
هل تسمع الطيور؟
[Ja, ik hoor de vogels.]
[نعم ، اسمع الطيور.]
Huilt de baby?
هل يبكي الطفل؟
[Nee, de baby huilt niet.]
[لا ، الطفل لا يبكي.]
Sta je meteen op?
هل أنت على الفور؟
[Ja, ik sta meteen op.]
[نعم ، أقف على الفور.]
Blijf je in bed?
هل ستقيم في السرير؟
[Nee, ik blijf niet in bed.]
[لا ، أنا لا أبقى في السرير.]
Heb je lekker geslapen?
هل نمت جيدا؟
[Ja, ik heb lekker geslapen.]
[نعم ، نمت جيدا.]
Heb je gedroomd?
هل حلمت
[Ja, ik heb gedroomd.]
[نعم ، لقد حلمت.]
Was het een leuke droom?
هل كان حلما جميلا؟
[Nee, het was geen leuke droom.]
[لا ، لم يكن حلماً جميلاً.]
Wil je opstaan?
هل تريد النهوض؟
[Nee, ik wil niet opstaan.]
[لا ، لا أريد أن أستيقظ.]
En zij?
و هيا
[Nee, zij wil niet opstaan.]
[لا ، إنها لا تريد النهوض.]
Pak je je ochtendjas?
هل تأخذ ثوبك؟
[Ja, ik pak mijn ochtendjas.]
[نعم ، أنا أرتدي رداء اللباس الخاص بي.]
Doe je de gordijnen open?
هل تفتح الستائر؟
[Ja, ik doe de gordijnen open.]
[نعم ، أفتح الستائر.]
Doe je het raam open?
هل تفتح النافذة؟
[Nee, ik doe het raam niet open.]
[لا ، أنا لا تفتح النافذة.]
Doe je het open?
هل تفتحه؟
[Nee, ik doe het niet open.]
[لا ، أنا لا أفتحه.]
Maak je de kinderen wakker?
هل تستيقظ الاطفال؟
[Ja, ik maak de kinderen wakker.]
[نعم ، استيقظ الأطفال.]
Ga je douchen?
انت ذاهب للاستحمام؟
[Ja, ik ga douchen.]
[نعم ، سأستحم.]
Pak je de zeep?
هل تاخد الصابون؟
[Ja, ik pak de zeep.]
[نعم ، أنا آخذ الصابون.]
Pak je hem?
هل انت اخذه؟
[Ja, ik pak hem.]
[نعم ، سوف آخذها.]
Pak je de rode handdoek?
هل تأخذ منشفة حمراء؟
[Ja, ik pak de rode handdoek.]
هل تأخذ منشفة حمراء؟
Pak je hem?
هل انت اخذه؟
[Ja, ik pak hem.]
[نعم ، سوف آخذها.]
Kam je je haar?
هل تمشط شعرك؟
[Nee, ik kam mijn haar niet.]
[لا ، أنا لا تمشط شعري.]
En zij? 2
وهيا
[Nee, zij kammen hun haar niet.]
[لا ، هم لا يمشطون شعرهم.]
Doe je je kleren aan?
هل تضع ملابسك؟
[Ja, ik doe mijn kleren aan.]
[نعم ، أقوم بملابسي.]
Pak je de zwarte broek?
هل تأخذ السراويل السوداء؟
[Ja, ik pak de zwarte broek.]
[نعم ، أنا أخذ السراويل السوداء.]
Pak je hem?
هل انت اخذه؟
[Ja, ik pak hem.]
[نعم ، سوف آخذها.]
Pak je de wollen trui?
هل تأخذ سترة الصوف؟
[Nee, ik pak de wollen trui niet.]
[لا ، أنا لا تأخذ سترة من الصوف.]
Pak je hem?
هل انت اخذه؟
[Nee, ik pak hem niet.]
[لا ، أنا لا آخذه.]
Maak je het ontbijt?
هل تجعل الفطور؟
[Ja, ik maak het ontbijt.]
[نعم ، أصنع وجبة الإفطار.]
Maak jij het?
هل تجعلها؟
[Ja, ik maak het.]
[نعم ، أنا أصنعها.]
Zet jij koffie?
هل تصنع قهوة؟
[Ja, ik zet koffie.]
[نعم ، أصنع قهوة.]
Zet je thee?
هل تضع الشاي؟
[Nee, ik zet geen thee.]
[لا ، أنا لا أضع الشاي.]
Pak je het brood?
هل تأخذ الخبز؟
[Ja, ik pak het brood.]
[نعم ، أنا آخذ الخبز.]
Pak je het?
كنت خذه؟
[Ja, ik pak het.]
[نعم ، سوف آخذها.]
Pak je de kaas?
هل تاخد الجبن؟
[Ja, ik pak de kaas.]
[نعم ، أنا آخذ الجبن.]
Kook je de pap?
هل تطبخ العصيدة؟
[Nee, ik kook de pap niet.]
[لا ، أنا لا أطبخ العصيدة.]
Kook je hem?
هل تطبخه؟
[Nee, ik kook hem niet.]
[لا ، أنا لا أطبخه.]
Zet je de jam op tafel?
هل تضع المربى على الطاولة؟
[Ja, ik zet de jam op tafel.]
[نعم ، أضع المربى على الطاولة.]
———————-
