ما يقارب من 200 جملة أساسية في اللغة الهولندية هدية لكم

1- ik ben nu in gebed .
انا الان في الصلاة
2- ik ga naar de bibliotheek
انا ذاهب الى المكتبه
3-vandaag ga ik niet naar de bibliotheek
اليوم انا لن اذهب الى المكتبه
4-ik ga naar de markt ,omdat ik eten wil kopen
انا ذاهب الى الماركت لانني اريد شراء الطعام
5-Dank je wel voor u lieve woorden
شكرا على كلماتك اللطيفه
6-ik wil dit terug geven
انا اريد اعاده ذلك
7-kunt u het mij zeggen
هل يمكنك اخباري
8-waar kan ik een kaartje kopen
اين استطيع شراء كرت
9-waar moet ik stoppen
اين يمكنني ان انزل
10-ik wil naar het centraal station , alstublieft.
انا اريد الذهاب الى المحطه الرئيسيه
11-ik ben nog niet zover.
انا لست مستعد
12-zoiets heb ik niet
انا لا املك مثل هذا
13-ik vind het heel goed.
انا اجد هذا جيد جدا
14-wat is hier aan de hand.
ماذا حدث هنا
15-nee het is niet waar.
هذا ليس دقيقا.صحيح. جيد
16- wat vindt u er van
ماذا تعتقد
17-wilt u mij helpen, alstublieft
هل تريد مساعدتي
18- kunt u mij dit, dat laten zien.
هل يمكنك ان تريني هذا
20-weet u waar een apotheek is in de buurt.
هل تعرف صيدليه قريبه هنا
21-wat is jou nummer ?.
ماهو رقمك
22- met wie spreek ik?
مع من اتحدث
23-Deze week ga ik naar Apeldoorn
هذا الاسبوع انا ذاهب الى ابلدورن
24-Hij is ziek , maar komt wel
هو مريض ولكن سيأتي
25-hoe lang duurt de reis.
كم من الوقت ستستغرق الرحله
26-waar gaat u naar toe.
الى اين انت ذاهب
27- mag ik wat vragen.
هل يمكنني ان اسال
28-mag ik dit meenemen.
هل استطيع أن اخذ
29-wanneer vertrek jij
متى سترحل (تغادر) انت
30-laat maar zitten.
انسى هذا
31-Dat geeft niet hoor.
لا مشكله لاتقلق لابأس
32-hoe voel je je?
كيف تشعر انت
33-ik voel me beter.
انا اشعر بتحسن
34-ik wil naar de dokter gaan.
انا اريد الذهاب للطبيب
35- waar vind ik een markt.
اين اجد ماركت
36-hoeveel kost dit ?
كم ثمن هذه القطعه
37-hoe ver is het centrum hiervandaan .
كم يبعد مركز المدينه من هنا
38- ik ga naar de markt om brood te kopen .
انا ذاهب لشراء الخبز من السوبر ماركت
39-waarom ga jij naar de stad ?
لماذا أنت ذاهب الى المدينه ؟
*omdat ik een asfpraak heb met mijn advocaat.
لأنني أملك موعد مع المحامي الخاص بي
40-wil jij met me mee naar winkel gaan?
هل تريد الذهاب معي إلى السوق
41-waar is het station? kan ik lopen .
أين المحطه ؟ هل أستطيع السير
42-Mag ik u iets vragen?
هل يمكن أسألك
43-waar is jouw huis?
أين يقع منزلك
44-waar heb jij mijn boek gelegd
أين وضعت كتابي
45-wat heb jij vandaag ?
ماذا فعلت اليوم
46- ik ben hier , omdat het oorlog is in mijn stad
انا هنا بسبب الحرب في مدينتي
47-wat doe je elke dag?
ماذا تفعل كل يوم؟
48-op welke spoor gaat de trein naar amsterdam?
من أي محطه سنطلق القطار ألى امستردام
49-wat wil jij studeren?
ماذا تريد أن تدرس
50-waar kan ik de groente vinden ?
أين يمكنني العثور على الخضار؟
51-kunt u vertellen hoe dat moet?
هل يمكنك أن تقول لي كيف لي
52-kunt u iets harder praten?
هل تسمح أن ترفع صوتك قليلاً
53- ben jij vandaag naar sport geweest?
هل أنت ذاهب إلى الرياضه
54-ik vind het niet leuk
أنا لا أجد هذا جيداً
55- ik hou er van
56- het is heel warm
هذا حار جداً
57-wie is je docent?
من هو مغلمك
58-waar is de auto?
أين هي سيارتك
59-welke fiets is van jou?
أي دراجه هي لك
60-welke fietsen zijn goed?
أين دراجه جيده
61-welk boek lees je?
أي كتاب أنت تقرأ
62-wat heb jij gehad?
ماذا كان لديك
63-wat was de verassing in Amsterdam?
ماهي المفاجئه التي كانت في أمستردام
64-ben je thuis dit weekend?
هل أنت في البيت نهاية الأسبوع
65-ik zal je morgen bellen
أنا سوف أتصل بك غذاً
66-ik heb hem daar gezien
انا رأيته
67- vanavond ga ik een film kijken
في المساء سأذهب لمشاهدة فلم
68-het is belangrijk
إنه مهم
69- er is niet
لايوجد
70- ik was aan het lezen
أنا كنت قد قرأت

_________________________