Ik weet niet of ik het begrijp.
Ik weet zeker dat ik het begrijp.
Onderbreek me maar als je het niet begrijpt.
Hij doet alsof hij alles begrijpt.
OF
gebruik je om twijfel, onzekerheid uit te drukken
Ik weet niet zeker of ik wel naar je feestje kom.
Ik twijfel of ik het begrijp.
Ik vroeg hem of hij mijn brief gekregen heeft.
dat
gebruik je als je iets vaststelt of om uit te drukken dat je iets zeker weet.
Ik weet dat je me begrijpt.
Hij zegt dat ik niet welkom ben.
Ik zie dat je al hard gewerkt hebt.
ALS
gebruik je om een voorwaarde uit te drukken
Onderbreek me als je het niet begrijpt.
Je kan niet binnen als je geen uitnodiging hebt.
Je moet geen nieuwe kleren kopen als je geen geld hebt.
alsof
gebruik je om een illusie, schijn of bedrog uit te drukken
Hij doet alsof hij het begrijpt.
Hij praat alsof hij de baas is.
Het lijkt alsof er niets gebeurd is.
Je ziet eruit alsof je net uit je bed komt.