de tandarts
de beugel
het gebit
de tand
de \ het snoep
het tandvlees
tanden poetsen
trekken
vullen
het ziekenhuis
het ziekenhuis
het hospitaal
de gewonde
de kraamverzorgster
(de patient (e
de zieke
de secretaresse
bloed geven
de verpleegster
de verpleger
ondertekenen
het formulier
het gips
het gipsverband
hechten
naaien
de injectie
de prik
het spuitje
opereren
de operatie
de ingreep
(roken (roken verboden
stikken
de kruk
het ongeluk
het ongeval
bloeden
de rontgenfoto
de naald
de baxter
het infuus
de rolstoel
het litteken
het hartinfarct
de hartaanval
de ambulance
de ziekenauto
de ziekenwagen0
de brancard
de ehbo
(eerste hulp bij ongelukken)
de couveuse
de borstvoeding
de echografie
bevallen
de bevalling