Nederlandse woorden gebruikt in de apotheek

bank

het bankafschrift
het uittreksel
de handtekening
de safe
de pincode
de betaalpas
de bankkaart
de cheque
het (bank) biljet
het briefje
de geldautomaat
het loket
de munt
het muntstuk
de overschrijving
sparen
het kleingeld
het wisselgeld

openbaar vervoer

de bushalte

de tramhalte

het abonnement

het kaartje

het perron

het spoor

het station

de benzine

de benzinepomp

het benzinestation

het pompstation

het tankstation